Feit of fabel? 6 keer de waarheid over je ogen

Er wordt veel gezegd en geschreven over ogen. Van adviezen zoals ‘niet te lang televisie kijken, hier krijg je vierkante ogen van’ tot de bewering dat wortels eten goed is voor je ogen. Soms is het verstandige raad van ouders, of staat het in een krant of tijdschrift. Vaak zijn het wijze woorden, soms is het klinkklare onzin. In dit artikel verklaren we een aantal beweringen over ogen. Doe er je voordeel mee!

Feit of fabel: wortels eten is goed voor je ogen

Feit. Als je wortels eet, krijg je vitamine A binnen. En deze vitamines heeft het netvlies nodig om licht te kunnen omzetten in signalen naar de hersenen. Een tekort aan vitamine A kan droge ogen en zelfs nachtblindheid veroorzaken. Vaak wortels eten, doet helaas alleen geen wonderen. Een oogafwijking of -aandoening kan hier niet door voorkomen of verholpen worden. En daar waar wortels altijd alle lof krijgen, zijn een aantal andere groenten en vruchten ook goed voor je ogen. Vitamine A zit namelijk ook in bijvoorbeeld asperges, mandarijnen en bloemkool.

Feit of fabel: je krijgt vierkante ogen van televisie kijken

Fabel. We weten niet hoe het met jou zit, maar wij kennen niemand met vierkante ogen. En dat terwijl we een hoop ogen voorbij hebben zien komen door de jaren heen. Het achterliggende idee is om te waarschuwen voor veel tv-kijken. En deze waarschuwing is deels terecht: als je ogen lang kijken naar iets op dezelfde afstand, dan kan dit op korte termijn zorgen voor droge en branderige ogen. Op lange termijn kan dit voor de ogen van een volwassen persoon weinig kwaad. Maar voor kinderen ligt dit anders: hun ogen zijn nog in ontwikkeling. Als kinderen vaak langdurig kijken naar een voorwerp dat dichtbij staat, kunnen hun ogen doorgroeien in de verkeerde stand. In zo’n situatie hebben we het niet zozeer over de televisie als boosdoener (mits kinderen voldoende afstand houden), maar vooral over iPads, mobiele telefoons en boeken. Bij voorkeur wisselen kinderen hun blik af: voldoende buitenspelen is hier de perfecte oplossing voor.

Feit of fabel: leugenaars knipperen vaker met hun ogen

Feit. Althans, alleen ná het vertellen van de leugen. Dat zit zo: als iemand liegt, knippert hij juist minder dan gemiddeld met zijn ogen. Waarschijnlijk omdat het meer concentratie vergt om te liegen dan om ongedwongen een verhaal te vertellen. Maar nadat leugenaars zijn uitgepraat, knipperen ze bijna acht keer zo snel met hun ogen. Dit zou te maken kunnen hebben met het vrijlaten van spanning. Wat ook opvalt aan het kijkgedrag van een leugenaar, is dat hij oogcontact liever vermijdt. Verlegen mensen houden overigens ook niet zo van oogcontact, dus iemand die je niet aankijkt tijdens het praten is niet per se een leugenaar.

Feit of fabel: je ogen blijven scheel staan als je te vaak zo kijkt

Fabel. Als je vroeger scheel keek, zeiden ouderen vaak: ‘Pas maar op. Als de klok twaalf uur slaat, blijven je ogen zo staan!’ Het was een poging om ervoor te zorgen dat je normaal ging kijken. Maar het is een uitspraak zonder enige waarheid. Chronisch scheel kijken heeft namelijk te maken met een fout in de coördinatie van de oogspieren. Dit wordt niet erger door opzettelijk scheel kijken.

Feit of fabel: je kunt beter horen als je blind bent, en beter zien als je doof bent

Feit. Uit noodzaak en door flink te oefenen, horen blinde mensen veranderingen in toonhoogte beter, kunnen ze zich beter oriënteren aan de hand van geluid en kunnen ze subtielere details onderscheiden als het gaat om spraak en muziek. En hoe jonger iemand blind is geworden, hoe fijngevoeliger het gehoor vaak is. Andersom geldt ook dat dove mensen beter kunnen zien dan mensen met een goed gehoor. Dit bekent niet dat dove mensen nooit aan een bril hoeven, maar volwassenen die al van jongs af aan doof zijn, hebben vaak een breder gezichtsveld dan mensen met een goed gehoor. Ze zien dus eerder iets of iemand van achteren aankomen.

Feit of fabel: het is slecht om recht in de zon te kijken

Feit. Net als je huid, moet je je ogen goed beschermen tegen de zon. Het netvlies is namelijk erg gevoelig voor uv-straling. Direct in de zon kijken moet je overigens niet zonder zonnebril, maar ook niet mét zonnebril doen! Dit kan, ondanks de bescherming van zonnebrilglazen tot ernstige schade lijden. Wie zijn ogen op zonnige dagen onvoldoende beschermt tegen uv-straling, loopt een verhoogd risico op oogaandoeningen zoals staar en ontstekingen. Zonde, vooral omdat de oplossing zo simpel is: een zonnebril met ‘100% UV’ of ‘UV400’ als aanduiding.

Lees ook onze blog Zo weet je of je een goede zonnebril hebt.

Plaats een reactie

Navigeer